@[verwijderd] er zijn globaal 2 soorten slechthorendheid: her geleidingsverlies en het perceptieve verlies.
Geleidingsverlies ontstaat doordat iets mis gaat met de (toegang tot) de gehoorgang of het middenoor. Er gaat dus iets mis in de geleiding van het geluid van het trommelvlies naar het slakkenhuis.
Een kind met een geleidingsverlies hoort de geluiden zachter. Het verstaat mensen die hard spreken bijv. wel, maar hoort geluiden of spraak op een afstandje niet.
Bij een perceptief gehoorverlies is er iets mis in het binnenoor. Het slakkenhuis werkt niet goed of de gehoorzenuw en / of de gehoorcentra in de hersenen zijn beschadigd. Het geluid komt wel goed aan bij het binnenoor, maar kan daar niet of niet goed worden verwerkt. Perceptie staat in dit geval voor waarneming.
Een kind met een perceptieve slechthorendheid hoort minder geluiden. Het hoort geluiden vaak ook vervormd, bijvoorbeeld holler. Het kan zijn dat het kind bepaalde spraakklanken goed hoort en andere slechter.
Een combinatie van beide soorten kan oom, dat noemen we een gemengd verlies.
[verwijderd] Ik ben opzoek naar signalen in de taalontwikkeling die kunnen wijzen op slechthorendheid. Of typische taalontwikkelingen die vaak gezien worden bij kindjes die slechthorend zijn.
Om antwoord op deze vraag te kunnen geven moet je dus eigenlijk weten welk soort verlies er is. Een geleidingsverlies toont zich anders dan een perceptief verlies.
De voorbeelden jij noemt hebben meer te maken met de spraakontwikkling dan de taalontwikkeling.
Je leert spreken door de woorden na te zeggen die je ouders uitspreken. Een slechthorend kind hoort de spraak van zijn ouders zacht of vervormd en zal de woorden ook vervormd na gaan zeggen. Ook als een kind pas op latere leeftijd slechthorend is geworden, wordt (vooral bij perceptieve slechthorendheid) de eigen spraak vaak onduidelijker: het kind hoort ook zijn eigen stem ook minder goed en kan zijn uitspraak daardoor niet goed corrigeren.
Het kan dus prima dat inderdaad dierengeluiden moeilijk na te doen zijn, maar neuriën van een liedje prima gaat.
Vertraagde spraakontwikkling herken je bijvoorbeeld aan:
De uitspraak van het kind is slap of onduidelijk.
De /s/ en de /t/ worden vaak weggelaten, net als onbeklemtoonde lettergrepen; die hoort hij namelijk niet (‘helikopter’ wordt bijv. ‘hekopper’, ‘gemaakt’ wordt ‘maak’).
Verwisselingen met klanken die in het mondbeeld veel op elkaar lijken of waarvan het niet goed kan zien waar de tong moet staan. De volgende klanken zijn vaak moeilijk voor een slechthorend kind:
- m – p - b (bijv. paard, baard en maart worden door elkaar gebruikt)
- l - n (bijv. lam in plaats van nam)
- t - k (bijv. taart in plaats van kaart)
- s /sch – f – g (schaap, gaap)
- klinkers als oe - uu (bijv. voer en vuur worden door elkaar gebruikt)
Wbt taalontwikkeling mist een slechthorend kind veel van wat er in de omgeving gezegd wordt. Taalaanbod van anderen is nodig bij het leren van een taal. De taalontwikkeling verloopt bij slechthorende kinderen daarom vaak moeizamer / trager dan bij goedhorende kinderen.
Daarnaast zal een slechthorend kind moeilijker verschillen horen tussen klanken in woorden als bijv. /mes/, /met/ en /mep/. Dit kan leiden tot problemen in de taalontwikkeling, bijv. in het aanleren van een woordbetekenis.
Vertraagde taalontwikkeling herken je vaak aan:
Een kleine woordenschat.
Het taalbegrip is vaak minder goed dan bij normaalhorende leeftijdsgenoten.
En bij iets oudere kinderen:
Moeite met woorden die meerdere betekenissen hebben (bijv: arm: lichaamsdeel en niet-rijk) en met synoniemen.
Het gebruik van vaak maar één bepaald soort zinstructuur.
Veel fouten met de woordvormen, bijv. met vervoegingen van werkwoorden, meervoudsvormen, de vergrotende en overtreffende trap (moeilijker hoorbaar).
Moeite om op het gehoor klanken of geluiden van elkaar te onderscheiden: het hoort bijv. het verschil niet tussen paard - baard, doek - koek enz.
Nou een hele lap tekst
Stel gerust vragen wanneer iets onduidelijk is.