Mijn tante had kanker en ging dood.
Mijn oom ging een wandeltocht maken, dus ik moest in de sporthal mijn neef troosten, want zijn zus had vertraging met de trein.
Ik vond dat best lastig, want de laatste keer dat ik mijn neef had gezien, was hij nog mijn nicht (dit klopt met de realiteit).
Gelukkig voelde het al snel heel vertrouwd en heb ik hem in de hal van het ziekenhuis kunnen troosten tot zijn zus in het park aankwam. Ze vond het verder allemaal wel meevallen, maar ik weet niet waarom, want toen werd ik wakker.