Soturi Ik vraag me af hoe dat gesprek gaat verlopen en ben er bloednerveus voor. De kans is namelijk groot dat hij zijn problemen niet ziet. De dingen die niet lopen linksom of rechtsom bij mij gaat leggen en in de weerstand gaat tegen de hulpverlening omdat ze in zijn beleving zeuren, want hij vindt dat hij het prima doet.
We zijn nu twee dagen verder. Ik heb tussen toen en nu niet heel veel ruimte (in mijn hoofd) gehad voor een update. Nu eigenlijk nog niet volledig, maar wel een beetje. En ik verwacht de komende dagen weer minder. Dus dan maar nu even.
Waar ik hierboven bang voor was, is eigenlijk hoe het gelopen is. De jeugdconsulent van de gemeente begon het gesprek door te peilen hoe wij zelf vonden dat het ging. Ik gaf aan dat ik zelf aan het overlopen was omdat ik de balans niet meer kon vinden tussen wat ik denk dat de kinderen nodig hebben, wat ik uit angst denk dat ze nodig hebben en wat gewoon prima is hoe het nu loopt. Dat het voor mij alleen maar verwarrender is dat mijn vriend en ik totaal niet op één lijn liggen wat dat betreft. En dat ik dus ook regelmatig het gevoel heb te moeten overcompenseren voor wat ik vind dat hij laat liggen. Met name in emotionele aandacht. Dat ik daardoor zelf overbelast raak en zelf merk steken te laten vallen, waardoor ik voor mijn gevoel ook weer moet overcompenseren. Als ik moet kiezen tussen mezelf tekort doen of de kinderen, dan wals ik over mijn eigen grenzen heen.
Ik weet niet zo goed meer wat mijn vriend zei. Het was in ieder geval een relatief kort antwoord waarbij de vinger weer mijn kant op ging.
Mijn psycholoog, die er ook bij was, was er zichtbaar klaar mee. Die haakt daarop in, beginnend met dat hij advocaat van de duivel gaat spelen en benoemt dan dat dit precies is wat hij zag gebeuren in de sessies waar mijn vriend bij was. En de individuele sessie met mijn vriend.
Ook zijn exacte woorden weet ik niet meer. Maar hij was duidelijk boos en is heel direct geweest. Tot zover mogelijk natuurlijk omdat hij ook professioneel moet blijven.
Het leek allemaal niet bepaald door te dringen bij mijn vriend. Die schoot in de weerstand of reageerde niet.
De gemeenteconsulent benoemde in het begin al dat als er over een halfjaar niks veranderd zou zijn, ze melding zou moeten maken bij de raad voor de kinderbescherming en/of veilig thuis. Daar bleef ze een paar keer op terug komen, in de hoop door te dringen dat er echt verandering nodig is. Omdat het anders nog maar de vraag was of de kinderen thuis zouden kunnen blijven wonen. Terwijl dat echt wel hun doel was.
Ze benoemde ook dat ze een overspannen, jonge moeder zag die de huidige situatie ook niet meer trok. Wat ook niet in het belang voor de kinderen is.
Intussen zat ik vol emotie aan tafel. Want ondanks dat ik wist dat het zo’n gesprek zou (kunnen) worden, ik ook wist dat iedereen van mijn onmacht op de hoogte was en dat ik bereid zou zijn om aan mijn aandeel te werken met de hulpverlening. Dat ik daar eigenlijk al mee bezig was.
Door de houding van mijn vriend, heeft de gemeenteconsulent besloten dat ze na dit gesprek al een onderzoek naar de situatie zou aanvragen bij de raad voor de kinderbescherming.
Ik snap het. Het is de hele reden waarom ik uit elkaar wil. Want in de situatie nu kan ik de kinderen ook niet bieden wat ik denk dat ze nodig hebben, simpelweg omdat ik voor mijn gevoel al mijn energie kwijt ben aan zijn ergste puinzooi (letterlijk en figuurlijk) opruimen dat de rest erbij in schiet. Zeker op slechte dagen.
Maar je wil niet horen dat iemand zorgen heeft over de (emotionele) veiligheid van je kinderen.
Ik heb geen kinderen op de wereld gezet om in deze situatie terecht te komen.
Nu weet ik ook dat dit gesprek is gebaseerd op het idee dat we bij elkaar zouden blijven omdat ik niet wilde dat er al iets gezegd werd over mijn beslissing.
Ik weet ook dat er vanuit alle hulpverleners vertrouwen is in mij. Dat ik het (met ondersteuning) wel ga redden met de kinderen en ook dat ik de kinderen niet zomaar kwijt raak. Dus daar ben ik ook niet zo bang voor.
Maar ik wilde er gewoon samen uit komen en dit gesprek heeft maar weer bewezen dat dat hem niet gaat worden.
Ik keek in mijn emotie rond naar de vier hulpverleners die er aanwezig waren. Soms specifiek naar eentje na sommige uitspraken. Het wisselde wie het was. Maar allevier lieten ze merken dat ze me zagen. Dat ze wisten waarom ik hun bevestiging zocht soms. Dat ze vertrouwen in mij hebben, maar niet in mijn vriend.
Het enige positieve aan dit verhaal was dat hij niet boos is op mij en daardoor niet afstandelijk is gaan doen richting mij