Ik droomde vannacht dat ik op de houten planken van een steiger lag. Een hele grote, hoge steiger met tientallen verdiepingen. De zon scheen, het was warm en heerlijk rustig zo in mijn eentje op de steiger. Beneden zag ik mijn vrienden lopen, maar ik wilde niet zag ze me zagen, dus ik drukte me plat tegen het hout aan. Maar ze zagen me wel. En ineens was de steiger niet meer zo hoog. Ineens was ik op straatniveau en trokken ze me van de steiger af en móest ik met ze praten.
Ook droomde ik dat ik met een groep leeftijdgenoten in een hotel was. Ik was jong, een tiener. We waren op vakantie. Maar een aantal van mijn groepsgenoten begon onsamenhangend te praten. Een van hen vertelde vreemde samenzweringstheorieën. Een ander had het over de dood. Ik waarschuwde de leiding, dat de jongens symptomen van een beginnende psychose vertoonden. Op de zolder van het hotel draaiden ze echt goed door. Een van de jongens was Erik, iemand die ken van vroeger waar ik wel vaker over droom als het over gekte gaat. Een andere jongen was Herman, ook iemand die ik ken van vroeger. Het licht ging uit en toen weer aan. Overal stonden klapstoelen. Sommige stoelen waren kapot. Sommige zaten onder het bloed. Er lag ook bloed op de grond. Een jongen droeg een verzameling dode ratten. Ik was niet bang. Ik wist dat ze gewoon in de war waren. "Maar jij dan?" vroeg een van hen aan mij.
"Ik ben in orde," zei ik terug. Om dat te bewijzen ging ik naar beneden, terug de lobby van het hotel in. Daar trof ik een stel van middelbare leeftijd met windjacks aan. Ze gingen fietsen. Normaler dan dat wordt het niet, dacht ik bij mezelf en fietste met ze mee. Maar ik kende de weg niet en fietste een balkon op. En daarna een patio in, vol met plantenbakken. En daarna een trap af. Het lukte me helemaal niet om normaal te doen. Ik overwoog om naar de kelder te gaan, waar een pretpark was. Maar ik dacht: nee, een vakantie in een hotel is juist heel leuk! Ik kan beter hier blijven! Toen liep ik met de rest van de groep mee een gang in met heel mooi gedessineerde vloerbedekking. Het plafond werd steeds hoger en hoger, totdat de gang uiteindelijk een enorme zaal werd, met marmeren engelen aan het plafond. De zaal werd steeds donkerder, totdat ik alleen nog pikzwart zag en toen werd ik wakker.