Ik droomde dat ik door een andere dimensie heen moest reizen om op een plek te komen waar mijn zoon een goede opvang had. Het was een zanderig land, een beetje een Star Wars-achtig landschap, volledig ommuurd met hoge zandlemen muren, zodat hij niet weg kon lopen. Er was een groep kinderen die hem accepteerde. Hij at in deze dimensie ook aardappelpuree en zelfs wat vlees, wat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Er rolden soms ballen langs, kleintjes en hele grote, waarvoor je even moest schuilen. Maar er gebeurde niets vervelends. Ik zag van een afstandje dat het mijn kind goed verging, ook al was er de dreiging van de ballen en van zandstormen.
Ik liet hem achter bij de groep en begeleiding en ging zelf een gebouw binnen door glazen deuren. Er was een museum waar dingen tentoongesteld waren die ik niet begreep. Af en aan gebeurde daar ineens iets dat ons op scherpt zette. De aarde trilde en de vloer scheurde open en er kwamen geluiden uit de grond. Stemmen, gerommel, muziek. Vervolgens ging de vloer ze weer dicht en was het rustig. Ik keek weg, steeds wanneer er iets onverwachts gebeurde. Als ik niet kijk, laat het me met rust dacht ik.
Later was ik weer in mijn eigen dimensie, in mijn huis. Ik woonde heel groot, heel wit. Er was een hele grote spiegel. Ik had nieuwe schoenen gekocht. In mijn kast zag ik echter heel erg veel schoenen, veel te veel, dus ik had deze nieuwe schoenen helemaal niet nodig. Ik trok de schoenen aan, maar ik kon de veters niet aantrekken. Telkens als ik er bovenaan aan trok om ze strak te krijgen, vlogen ze aan de onderkant uit de gaatjes. Hoe harder ik trok, hoe losser de schoenen kwamen te zitten. Ze waren ook heel lelijk onder een jurk. En eigenlijk veel te groot.