Nog wat overwegingen:
Om dit tot wet te maken zou iedere vrouw vanaf de vruchtbare leeftijd een test moeten doen die het IQ en de zelfredzaamheid meet (misschien wel op verschillende momenten, dubbelblind geobserveerd?) en wanneer de criteria niet worden gehaald, moet deze persoon verplicht aan de anticonceptie. Als we dat doen, moeten we ook accepteren dat een lichamelijke beperking of psychische problematiek zou kunnen leiden tot anticonceptie. Of vinden we dat een bevruchting, bijvoorbeeld in het geval dat de moeder compleet verlamd is, wel mag plaatsvinden omdat zij in ieder geval (bv middels een spraakcomputer) beslissingen kan nemen over wat er met het kind gebeurt?
Houden we trouwens nog rekening met geaardheid? Of moeten lesbische vrouwen ook aan de anticonceptie omdat ze wel eens verkracht zouden kunnen worden? Als je daar een uitzondering voor zou willen maken, hoe zeker moeten ze dan zijn over hun geaardheid en hoe tonen zij dat aan?
Moet de test periodiek herhaald worden, rekening houdend met de mogelijkheid dat mensen kunnen trainen op hun zelfredzaamheid, en dat het zelfs mogelijk is om met training het IQ enkele punten te doen stijgen? Sowieso zijn de resultaten van deze tests voor kinderen en volwassenen enigszins verschillend, dus ze zouden minimaal 2x in hun leven afgenomen moeten worden. Wat is eigenlijk de foutmarge bij deze tests? Houden we ook bij wanneer vrouwen hun overgang hebben, zodat we ze tzt weer van de anticonceptie af kunnen halen?
Wat betekent deze wet voor stellen waarvan de man wel de criteria haalt en de vrouw niet? Blijven deze ongewenst kinderloos? Het is wel interessant of je de criteria alleen moet stellen aan de vrouwen of aan beide partners. Verstandelijk beperkte mannen kunnen zich ook voortplanten met vrouwen die wellicht net 3 IQ-punten slimmer zijn dan zij. Of zij verwekken een kind in een hele ongelijke situatie, waarbij je jezelf kunt afvragen of dat geen onwenselijke gevolgen heeft, zowel voor het kind als voor de verstandelijk beperkte man in kwestie die wel vader is geworden, maar daar mogelijk geen rol in mag vervullen.
Zou er afgezien kunnen worden van verplichte anticonceptie als de mannen en vrouwen die de criteria niet halen vóóraf afzien van het ouderschap? Is dat een keuze waar deze mensen toe in staat zijn? Op die manier zou er toch een éénoudergezin kunnen ontstaan met de persoon die de criteria wél haalt, ongeacht of dat de vader of moeder is.
Als je beslist dat beide ouders de testcriteria moeten halen en niet alleen de vrouwen, welke vorm van anticonceptie krijgt de man dan? Zowel pil- als injectievorm is nog in ontwikkeling, hebben we het dan over (tijdelijke?) sterilisatie? In dat geval is het geen kwestie meer van anticonceptie toedienen, maar gaan we over op een gedwongen operatie. Wat betekent dat voor de lichamelijke integriteit?
Wat natuurlijk de allermoeilijkste vraag is, is wanneer is het goed genoeg? Wanneer is het functioneren van de ouder goed genoeg? Wanneer is de kwaliteit van leven goed genoeg? Wanneer hebben we goed genoeg ons best gedaan om zorgelijke situaties te voorkomen? In hoeverre kun je dit überhaupt objectiveren en criteria vaststellen?
Ik kan legio situaties bedenken waarin het écht niet okee zou zijn om mensen zich te laten voortplanten. Als ik kijk naar mijn eigen zoon weet ik zeker dat ik dat zou willen voorkomen, want hij kan absoluut niet voor een kind zorgen. De vrouw met wie hij dat kind maakt kan dat wellicht wel. Maar wat betekent dat voor het kind later? Mijn zoon heeft een genetische afwijking die hij kan doorgeven, betekent dat nog iets? Moeten we een genetisch overdraagbare ziekte of een syndroom misschien ook meenemen in het vaststellen van de criteria? En zo ja, vanaf welke kans op overdraging? Hoe complicerend moet het mogelijke syndroom zijn voor het verdere leven van het kind? Wat willen we minimaal kunnen behalen aan kwaliteit van leven? Er zijn mensen met hetzelfde syndroom als mijn kind die kunnen lezen, schrijven en werken, maar mijn zoon is niet eens zindelijk of verbaal.
Ik denk dat als er een overtuigend, overduidelijk ja gezegd zou kunnen worden op deze stelling, de praktijk er al anders uit zou hebben gezien. We willen immers ernstige situaties voorkomen en het is niet alsof er niemand over nagedacht heeft. Maar in de praktijk betekent instemmen met deze stelling een wetgeving die niet op zichzelf kan blijven staan. De gevolgen die de uitwassen van een dergelijke wet heeft, zijn verreikend. Het gaat over mensenrechten, vrijheden, lichamelijke integriteit, zelfbeschikking, eugenetica, van alles.