We hadden vanmorgen wat spullen verkocht en een briefje van 5 gekregen. De opbrengst was voor de spaarpot van beide kinderen, dus het moest nog verdeeld worden. Ik had het even op de aanrecht gelegd en kon het even later niet meer vinden
ik: weet jij waar het geld is gebleven?
zoon (5): boven
ik: heb je het al in je spaarpot gedaan? Het moest nog verdeeld worden!
zoon: ik heb het verdeeld hoor
ik: heb je het gescheurd???
zoon: nee hoor
ik: hoe heb je het dan verdeeld?
.
.
.
.
.
.
zoon: ik heb het geknipt.