Jullie spelen in de speeltuin en ik zit op een bankje met mijn rug naar de zon met mijn ogen dicht te genieten van jullie stemmen. Één van jullie springt op het bruggetje en aan het geluid te horen doet de ander daarna ook mee. Vier voeten en benen vliegen de lucht in terwijl jullie handen zich vast houden aan de houten reling. Wiebel brug hoor ik je roepen. Ik grinnik, 30 minuten geleden beet de één de ander en sloeg vervolgens de oudste van het stel de jongste in het gezicht terug. De één had een beet, de ander een rode wang. Jullie stonden gelijk. De orde was weer bepaald. Soms maakt mijn hoofd overuren en soms, vaker dan soms, voel ik vanuit mijn tenen het geluk door mijn lichaam stromen als jullie zo intens en puur met elkaar spelen. De wereld lijkt dan even alleen met jullie mee te draaien.
Ik hoor de stilte, met daarna lichte paniek en de lichte paniek slaat om in serieuze paniek. De kleinste van het stel hang 2 meter van de grond af, met zijn handen nog aan het rek. Vandaag doet mijn voet extra pijn door de kou en warmte verschillen van de afgelopen dagen, de houten snippers op de grond houden mij tegen, alsof ik de tijd mag nemen. Ik roep dat de jongste moet blijven hangen en net voordat ik hem vast heb aan zijn middel kijk ik naar boven.
Soms, heel soms is het meer dan het gelukzalige gevoel wat ik wel eens ervaar, wanneer alles lijkt te kloppen. Dit is er zo één, één in duizenden die je de rest van je leven bijblijven, een foto op papier is niet nodig en zelfs de woorden hoeven niet met inkt opgeschreven te worden.
Je bent pas vijf jaar schiet er door mijn hoofd heen. Handen op handen. Van groot naar klein. Vastgeklemd in onvoorwaardelijke liefde.
‘Mama, ik laat hem nooit los als hij mij nodig heeft’.
❤️