iMoeder
A. Informatie op Wikipedia zijn geen feiten. Het artikel geeft voornamelijk aan dat de grenzen onnauwkeurig zijn (logisch)
B. In het gelinkte Wikipedia artikel staat onderin het volgende (wat m.i. aangeeft dat weldegelijk genetische verschilllen zijn)
Genografie
De Italiaanse wetenschapper Luigi Luca Cavalli-Sforza (1922) kwam na uitgebreid genetisch onderzoek aan het menselijk haploïde DNA tot de conclusie dat er genetische verschillen bestaan tussen de veronderstelde rassen. Elk volk heeft met de zogenaamde haplogroepen eigen genetische kenmerken. Hij concludeert onder meer dat de Nederlanders genetisch het meest verwant zijn met de Denen, gevolgd door de Engelsen. De naaste verwanten van de Belgen zijn de Duitsers, Zwitsers en Oostenrijkers. Met het onderzoek kon Cavalli-Sforza een stamboom opstellen met de meest waarschijnlijke verwantschap tussen volkeren en de migraties van de moderne mens in de laatste 150.000 jaar. Zijn beeld van de migraties komt overeen met dat van de paleontologie.
In het boek The History and Geography of Human Genes (1994) onderscheidt Cavalli-Sforza acht hoofdrassen: Zwart-Afrika, Kaukasisch, Noordoost-Azië, Arctica (Noordpoolgebied), Amerika, Zuidoost-Azië, Stille Oceaan en Australië. De zeven niet-zwarte rassen hebben een relatief grote verwantschap en het ras in Zwart-Afrika staat genetisch het verst weg van de andere zeven rassen. Na de uitgave van het boek brak er een storm van verontwaardiging los. Inmiddels is de genografie een jonge tak van wetenschap die onderzoek doet naar de afstammingsgeschiedenis van de mens.
Het kan in een aantal contexten wel degelijk zinvol zijn om aan te geven wat de etnische achtergrond van een persoon is:
Medicijnen werken soms anders bij mensen van verschillende herkomst.
Vele ziekten hebben een verschillende kans om voor te komen bij mensen van verschillende herkomst. (De resistentieontwikkeling bij mensen is een evolutionair proces waarbij aanraking met een ziekte, en dus de geografische locaties van de voorouders een grote rol spelen. Een goed voorbeeld in de geschiedenis is bijvoorbeeld de teloorgang van het Incarijk veelal door toedoen van epidemieën van ziekten die door Europeanen naar Zuid-Amerika werden gebracht.)
Sommige erfelijke eigenschappen komen in de ene groep (NB: een groep kan een zeer variabele grootte hebben, van een geïsoleerde gemeenschap in Noord-Zweden tot heel het Incarijk) vaker voor dan in een andere.
De culturele identiteit wordt vaak ook door een persoon zelf ontleend aan de etnische achtergrond.
De vraag naar cosmetische producten hangt sterk af van huidskleur en haartype.[12]