Tegen de oudste 's ochtends: ik heb ook geen zin, jammer dan.
Tegen de middelste 's ochtends: ga je aankleden, je bent bezig met aankleden, nee niet springen, aankleden, ben je al aangekleed, sokken aan, enz
Tegen de jongste, nu meewerken anders heb ik geen tijd meer en kleed papa je aan (en dat willen ze allebei niet).
En tegen de oudste en jongste (en soms middelste, maar veel minder vaak): je hoeft niet te slapen, als je maar in bed blijft.