Op de fiets, in de storm. Oudste zat achterop.
'Mama, wat is l-ng-onverstaanbaar?'
'Wat?'
'Ik zag daar een woord staan en ik weet niet wat het is. L! onverstaanbaar'
'Ik hoor je niet, het waait te hard! Je moet het spellen, zo van: de L van Leo...'
'L van Leo! Ng van eeeh...'
'Ja, van ng. En dan?'
'A van naam klasgenoot n van naam klasgenoot g van naam klasgenoot'
'Huh?' Ik herhaal nog een keer alle letters die ze genoemd heeft. 'Ik heb geen idee, ik zal de volgende keer kijken of ik ook dat woord kan zien.'
'Maar kijk, ik zie het daar nog, kijk mama!'
En ik kijk opzij, en zie daar in de verte nog de Ikea staan, met heel groot de letters: 'INGANG'.
Voelde echt alsof we een vreselijk moeilijke puzzel samen hadden opgelost 😅