En de laatste. Elke woensdag gaan we samen naar de markt, visboer, kaasboer, notenkraam, bloemenstal en slager. Overal krijgt ze wel wat lekkers. Bij de notenkraam rozijntjes, kaasboer plakje kaas, visboer een visfrietje, bloemenstal elke week een potje narcisbollen zelfs als ik geen bloemen koop slager plakje worst. Ik zeg altijd als ze wat krijgt wat zeg je dan, en dan zegt zij dank u wel mevrouw/meneer. Tot afgelopen woensdag bij de slager. Wat zeg je dan? mmmm dit worstje is wel heel lekker, mag ik nog een worstje? Ik kreeg rode wangen, de slager vond het prachtig en mevrouw had haar zin.