Mijn herinneringen van tot ik 7 was geven wel heel goed weer hoe ik nu ben.
Ik denk dat mijn eerste herinnering is dat ik op de kinderboerderij was met mijn oppas, ik denk dat ik toen 2 was. Ik werd door een gans gebeten toen ik mijn vingers door het hek deed. Ik heb nog steeds niks met dieren, deze vakantie nog weggelopen voor een veulentje omdat mijn oudste stiefdochter zei dat hij me wilde bijten. Ze bedoelde achteraf dat hij knabbelde....
Van de peuterspeelzaal weet ik nog dat we in de kring zaten en fruit gingen eten en dat ze fietsjes hadden waar ik mee speelde. Ik kan me niet herinneren dat ik met andere kinderen speelde, ik heb nog dingen die de juffen over me hebben opgeschreven en die schreven ook dat ze zich afvroegen of ik het wel leuk vond omdat ik altijd zo serieus keek en dat ik vooral de anderen zat te observeren. Dat doe ik nog steeds en ik krijg nog steeds regelmatig te horen dat ik zo serieus kijk 🙂
Van de kleuters heb ik heel veel herinneringen. Onder andere hoe ik mezelf leerde lezen met boekjes die mijn vader voor me gekocht had. In eerste instantie was ik boos dat hij die boekjes kocht omdat ik niet kon lezen, maar toen ging ik het toch proberen. Ik zat aan de keukentafel en vroeg bij elke letter welke het was net zo lang tot ik het wist. Vanaf dat moment hield ik van lezen en las ik alle letters die ik kon vinden, ging later ook elke week naar de bibliotheek 🙂
Ik weet ook nog dat ik een jaar of 5 was en mijn vader las me voor uit de kinderbijbel. Ik vond het maar een raar verhaal weet ik nog, want ik wilde weten wie God dan had gemaakt (het kon toch niet dat God er dan altijd al was geweest, er moest toch iets vóór God zijn) en ik bleef daar maar over nadenken. Ik vroeg aan mijn vader wie God gemaakt had en toen zei hij 'papa'. Wat ik een heel onbevredigend antwoord vond.
Mijn opa en oma hadden een boot en bij de haven waar die boot lag was een klein eiland. Met pasen gingen we daar paaseieren zoeken en dat was ook een wedstrijd, als je eieren had gevonden met bepaalde cijfers erop kon je een prijs winnen. Ik had niks gewonnen, maar na afloop liep mijn opa met mij naar het huisje toe waar de prijzen waren en hij zei tegen de vrouw daar dat ik de eerste prijs had gewonnen. Ik zei dat ik niks had gewonnen en die vrouw en mijn opa zeiden lachend dat ik dat niet moest zeggen. Ik snapte er niks van en ik vond het heel oneerlijk dat ik iets kreeg terwijl ik niet gewonnen had en ik snapte ook niet waarom ik moest liegen en waarom mijn opa loog. Veeeel later snapte ik pas dat mijn opa die vrouw natuurlijk kende en dat ze allebei heus wel wisten dat ik niks gewonnen had, maar dat ze heel veel prijzen hadden en het gewoon leuk vonden om die uit te delen. Dit zegt ook nog wel iets over mij, ik neem vaak dingen serieus en begrijp dan niet wat mensen bedoelen, óf ik heb het wel door maar dan vind ik het nog steeds raar.
Ik ben ook onterecht beschuldigd dat ik een knikker had gestolen bij de kleuters. Twee 'vriendinnen' zeiden 'hé kijk een knikker, wil jij die hebben?' toen raapte ik hem op van de grond, toen renden ze naar een strenge juf en zeiden dat ik hun knikker had gestolen en toen moest ik de hele pauze op het bankje zitten en ik vond het zo oneerlijk maar de juf wilde niet naar me luisteren. En kan nog steeds niet tegen onrechtvaardigheid, al denk ik dat iedereen dit wel heeeeel oneerlijk had gevonden. Stomme juf...