Toen ik de kinderen wakker maakte moest ik zo hard lachen.
Mijn dochter (6); nu al? Ik wil slapen mama
(niet vooruit te branden s morgens π)
Mijn zoon (9); doet zijn ogen open, kijkt me aan βgefeliciteerd mama! Ik heb geld gespaard, ik ga vanmiddag een cadeautje kopen met papa.β
toch maar even gezegd dat papa het cadeautje wel betaald. Hij had zijn spaarpot al in zijn handen π maar lief is het welπ