De stelling van pythagoras is hier niet van toepassing. Die geldt alleen voor driehoeken met een rechte hoek en je weet niet of hier een rechte hoek in zit.
Je moet het algebraïsch oplossen.
Allereerst de definiëring van symbolen:
A = de lengte van hek A; B = de lengte van hek B; enz.
Vervolgens geldt:
A = 2,0 - D
B = 1,4 - D
A + B = 2,2
Dit kun je verder uitwerken en dat leidt tot de oplossing. Ik heb de som hier uitgewerkt op papier staan, maar de ts wilde de uitwerking en de oplossing niet, omdat ze het zelf wilde oplossen, dus die plaats ik niet.
Edit: O wacht, dat is in feite hetzelfde als wat @fafa doet. 😏