T liep in de stad met A haar vriend (hij valt op jongens) ze kwam twee collegaβs, afdeling bakkerij, van Jumbo tegen en zei ze natuurlijk gedag.
Komt ze gisteren op haar werk wordt ze meteen enthousiast aangesproken door haar collega van de vlees afdeling βzo, jij bent gespot met een jongen in de stad! Vertel!!!! πππβ
T lachen, dat is A en hij is homo π
Pakt haar collega de telefoon, belt naar bakkerij en zegt βja, hallo!! Hij is homo!!β
T moest zo hard lachen om de hele situatie π en dan ook nog bellen naar de bakkerij, die is denk ik 20 stappen verderop ππ